Hoe vaak neem jij écht de tijd om niets te doen? Zonder telefoon, tv of afleiding? Grote kans dat je het lastig vindt. We zijn zo gewend om druk te zijn, dat nietsdoen bijna ongemakkelijk voelt. Toch is het juist heel gezond om af en toe helemaal niets te doen. In dit artikel lees je waarom én hoe je dat leert.
Waarom we nietsdoen zo lastig vinden
We leven in een tijd waarin bezig zijn de norm is. Productief zijn voelt goed. Het geeft je het idee dat je iets bereikt. Maar altijd bezig blijven, zorgt ervoor dat je brein en lichaam nooit echt tot rust komen (1).
Daar komt bij dat stilzitten vaak onrust oproept. Je merkt ineens hoeveel gedachten er rondgaan in je hoofd. Geen wonder dat we snel de neiging hebben om iets te pakken – je telefoon, een serie, een taakje. Toch is die onrust precies waar je doorheen mag gaan om echte ontspanning te vinden.
Nietsdoen is niet hetzelfde als scrollen of bingewatchen
Veel mensen denken dat bankhangen met een serie of scrollen op hun telefoon een vorm van ontspanning is. Maar ondertussen blijft je brein actief. Je krijgt prikkels, verwerkt informatie en je stresssysteem blijft ‘aan’ staan (2).
Echt nietsdoen betekent dat je even helemaal niets hoeft. Geen afleiding, geen doel. Gewoon zijn.
De voordelen van nietsdoen
Je zou denken dat nietsdoen tijdverspilling is, maar het tegenovergestelde is waar. Even helemaal niets doen helpt je brein en lichaam om op te laden. Dit zijn de belangrijkste voordelen:
1. Meer creativiteit en nieuwe ideeën
Je kent het vast: je krijgt je beste ideeën vaak onder de douche of tijdens een wandeling. Dat is geen toeval. Juist op momenten dat je brein ‘niets’ hoeft, ontstaat er ruimte om verbanden te leggen en creatief te denken. Onderzoek laat zien dat verveling en nietsdoen je creativiteit kunnen stimuleren, omdat je brein dan in de zogenaamde default mode komt – een soort vrije, dagdromende toestand waarin nieuwe ideeën ontstaan (3).
2. Minder stress en spanning
Als je constant bezig bent, blijft je stresssysteem actief. Door even bewust niets te doen, geef je je lichaam de kans om van de actiestand naar de ruststand te schakelen. Dit activeert je parasympathisch zenuwstelsel, ook wel bekend als het ‘herstel- en ontspanningssysteem’. Hierdoor daalt je hartslag, wordt je ademhaling rustiger en neemt de spanning in je spieren af (1).
3. Betere focus en productiviteit later op de dag
Nietsdoen is niet alleen goed voor ontspanning, het maakt je daarna ook scherper. Door je brein even rust te geven, voorkom je mentale uitputting. Na een pauze kun je je vaak beter concentreren, efficiënter werken en ben je productiever dan wanneer je maar doorgaat zonder op te laden (2).
Zo leer je nietsdoen (zonder schuldgevoel)
Hier zijn drie praktische tips om nietsdoen makkelijker te maken:
1. Plan een niets-moment in je dag
Zie nietsdoen als een onderdeel van je leefstijl, net als beweging of gezond eten. Begin met 5 minuten per dag.
2. Laat je telefoon en schermen even liggen
Ga zitten, kijk naar buiten, luister naar de stilte of sluit je ogen. Laat je lichaam en brein even niks hoeven.
3. Wees vriendelijk voor jezelf
Voel je onrust of ongemak? Dat is normaal. Zie het als oefening. Hoe vaker je het doet, hoe makkelijker het wordt.
Lees ook: Altijd ‘aan’? Zo zet je je stresssysteem weer uit
Conclusie
Altijd druk zijn lijkt misschien normaal, maar je hebt niets te bewijzen. Juist in de stilte en het nietsdoen vind je vaak de rust, creativiteit en ontspanning die je zoekt. Durf jij het aan om vandaag even helemaal niets te doen?